Een heldere boodschap, een overzichtelijke structuur en juist taalgebruik dragen bij aan het leesgemak van teksten. Oké, maar hoe dan!? Ik heb het proces samengevat. Ga aan je bureau zitten, start je computer op of pak pen en papier en volg de D.E.S.K.-methode.
In vier stappen ga je een tekst schrijven die de lezers precies vertelt wat jij wilt, of het nu om een brief, een e-mail of een webtekst gaat. Het lijkt misschien omslachtig, maar als je het een paar keer hebt gedaan, ga je merken dat het schrijfproces steeds vlotter gaat.
De vier stappen
Stap 1: Denken
Doelgroep
Weet voor wie je schrijft, alleen zo kun je jouw tekst op de kennis en verwachtingen van de lezer afstemmen.
Doel
Wat is het doel van je tekst? Wil je de lezer informeren, overtuigen, een instructie geven of wil je hem of haar iets vragen?
Boodschap
Wat wil je de lezer vertellen? En ook wat niet, dat helpt om je focus te houden.
Stap 2: Eerste opzet
Bedenk welke vragen de lezers kunnen hebben over het onderwerp waar je over schrijft. Aan de hand van wat, hoe en waarom kun je veel vragen beantwoorden. Schrijf de antwoorden in steekwoorden op. Je hebt dan de basis om feiten (wat), de aanpak (hoe) en argumenten (waarom) uit te werken.
Stap 3: Schrijven en schaven
Schrijven
Schrijf per steekwoord, die je in stap 2 noteerde, op wat je wilt zeggen en let niet op taal en spelling. Een opening en afsluiting zijn nog niet noodzakelijk, maar mogen natuurlijk wel. Leg, als dat kan, de tekst een dag weg en lees het een dag later nog een keer of, nog beter, laat het door een ander lezen. Als het even kan is die ‘ander’ iemand uit je doelgroep zodat je meteen kunt testen of de boodschap aansluit.
Schaven
Ga nu kijken of je tekst aansluit op de doelgroep en het doel en of je boodschap zich beperkt tot hoofdzaken. Spoor taal- en spelfouten op en maak een goede opening en afsluiting als die er nog niet zijn.
Als het goed is bestaat je tekst dan uit drie delen:
- Opening > aanleiding
- In de opening beschrijf je de aanleiding voor de tekst en zorg je ervoor dat de lezer wordt verleid om door te lezen. Je refereert bijvoorbeeld aan een vraag of je schetst een probleem. Spreek de lezer zo persoonlijk mogelijk aan.
- Midden > boodschap
- In het middenstuk geef je antwoord op vragen zoals wie, wat, waar, waarom, wanneer en hoe.
- Afsluiting > wat gaat er concreet gebeuren?
- In de afsluiting geef je een samenvatting of beschrijf je concrete acties, wat mag de lezer verwachten of wat verwacht jij van de lezer. Doe dit op een persoonlijke en positieve manier.
Stap 4: Klaar?
En klaar ben je! Of toch niet?
Misschien moet de tekst passen binnen huisstijlsjablonen, bijvoorbeeld qua lettertype en indeling. Kijk dan goed of jouw tekst door de sjabloonindeling nog goed tot zijn recht komt.
Als je dat hebt gedaan volgt een heel belangrijk laatste punt: lees je verhaal nog een keer heel kritisch door!
Hardop lezen zorgt ervoor dat je precies hoort waar zinnen niet lekker lopen. Als je zelf al blijft ‘hangen’ op een bepaalde zin, dan zal dat vaak ook gelden voor de lezers. Het zal je ook verbazen hoeveel (spel)foutjes je er nog uithaalt.
Pas waar nodig dingen aan en klaar!
Gebruik de D.E.S.K.-methode eens een paar keer en laat me eens weten of het jouw schrijfproces makkelijker maakt.
In ‘Simpele teksten schrijven simpel?’ staan nog wat aanvullende tips die bij stap drie, schrijven en schaven, goed van pas komen.
Delen van dit artikel mag, graag zelfs.
Geef een reactie